Instellen van de motor (alleen motor), Afstellen van de drukregelaar (compressor), Afstellen van de vacuum regelaar (vacuum) – JUN-AIR OF300 Series [no cabinet] Manuel d'utilisation

Page 28: Opsporen en verhelpen van storingen

Advertising
background image

28

• Check dat de motor gereed is voor de juiste luchtdruk/

vacuum, zie technische details op pagina 7.

• Indien uitgevoerd met een tank, open de inlaat kraan op de

tank en verbindt gereedschap.

Instellen van de motor (alleen motor)

Bevestiging van de schok-dempers OF301-50Hz
• Bevestig de unbraca bouten en moeren in de gaten van de

dempers, als aangegeven (fig. 7).

• Draai de moeren aan als de dempers op de juiste plaats

zitten, op de beschermings plaatsen aan beide uiteinden
van de motor.

• Bevestig de motor op de functionele juiste plaats, gebruik

makende van 4 M6 bouten en moeren.

Afstellen van de drukregelaar (compressor)

Waarschuwing!

Als de max. werkdruk wordt overschreden, geeft dit
een kortere levensduur. Neem met JUN-AIR kontakt op
voor evt. werking met hogere werkdruk.

• Alle AC en DC compressors kunnen 100 % continue

worden belast, echter 50% belasting wordt geadviseerd
voor een langere levensduur.

• Smeer de olievrije motor niet met olie, daar dit beschadiging

van belangrijke componenten veroorzaakt.

• OF02 kan geleverd worden met een cylinder voor vacuum

en een voor compressie. Neem a.u.b. contact op met JUN-
AIR voor nadere informatie.

• Start de compressor met de 0/1 schakelaar op de

drukschakelaar (fig. 9). De compressor schakelt
automatisch uit zodra de ingestelde druk is bereikt. Als de
motor niet start, kan dit het gevolg zijn van druk in de tank.
De motor zal automatisch starten zodra de druk tot ca. 6
bar is gedaald.

• Afstellen werkdruk (fig. 10):

A: Instelling max. werkdruk (afslaan)

B: Instelling drukverschil (aanslaan)

De inschakeldruk (normaal 6 bar) wordt ingesteld met
schroef B. Met de klok meegedraaid gaat de inschakeldruk
omhoog.

De gewenste inschakeldruk wordt ingesteld met de beide
schroeven A. (afslaan + drukverschil = aanslaan). Met de
klok meegedraaid gaat de druk omhoog.

De drukschakelaar is in de fabriek afgesteld op 6 - 8 bar.

Afstellen van de vacuum regelaar (vacuum)

Attentie!

Vacuum-regelaar is alleen gemonteeerd op units met
een buffertank.

Voor aanpassing van de vacuum-regelaar, draai aan de linker
schroef (draai met deklok mee), zodat de indicator op de linker
schaal altijd boven staat en draai aan de rechter schroef, zodat
de indicator op de rechter schaal altijd beneden staat.

Deze basis afstelling resulteert in continue werking en een
minimum verschil in druk van de vacuum-regelaar, ongeveer
150 mbar)
Consequent, de juiste afstelling zal plaats vinden.

Afstelling max. vacuum (linker schroef)
Start vacuum - Afwijkend vacuum =stop vacuum
De onderstaande procedure is gebaseerd op de basis instelling
als boven omschreven.
1. In de praktijk, de vacuum pomp kan gebruikt worden tot dat

het verlangde vacuum is verkregen.(zie vacuum meter)

2. Schakel de vacuum pomp uit door de linker schroef tegen

de klok in te draaien.

. Open de luchtinlaat op de tank om er zeker van te zijn van

automatische start van de vacuum-pomp.

4. Sluit de luchtinlaat om er zeker van te zijn automatische

stop van vacuum pomp als vacuum wordt verlangd.

5. Vervolg de bovenstaande procedure(1-4) tot dat de vacuum

pomp stopt wanneer vacuum verlangd wordt.

Voorbeeld:
Verlangde vacuum is ca 00mbar, de vacuumpomp zal niet
eerder starten dan het vacuum is ca 450*mbar. ( Het verschil
van 150 mbar correspondeert met de afstelling van de
differential schaal)

*450 mbar vacuum correspondeert met -0,45 op de vacuum meter

Opsporen en verhelpen van storingen

Belangrijk!

Voor het verwijderen van onderdelen van de motor
eerst de stroom uitschakelen. De tank ontluchten
voordat er onderdelen uit de compressor-unit
verwijderd worden.

1. Motor start niet.

a) Geen stroom op het leidingnet. Controleer de

zekeringen en de stekker.

b) Draadbreuk of losse elektrische verbindingen.

c) Condensator defekt.

d) De thermische beveiliging heeft de motor uitgeschakeld

door oververhitting. Na afkoeling zal de pomp weer
automatisch aanslaan bij een aanvaardbare omgevings
temperatuur. Loop de punten in sektie 6 door

e) De compressor is niet afgeblazen en er is tegendruk in

de zuiger. Check dat de compressor afblaast telkens na
afslaan.

f) De pomp is vastgelopen.

g) De druk in de tank is te hoog voor het inschakelen

van de drukschakelaar. De drukschakelaar zal alleen
schakelen zodra de druk is gedaald tot de ingestelde
startdruk. Laat de tank leeglopen.

Als de vacuum-pomp uitgerust is met tank en vacuum-
schakelaar:

h) Vacuum in de tank. Vacuum-pomp zal werken wanneer

het vacuum de minimum instelling op de schakelaar
bereikt. Open de inlaat kraan op de tank.

2. Compressor start niet, maakt een zoemend en klikkend

geluid:

a) De terugslagklep lekt. Maak de flexibele drukleiding los

en controleer de terugslagklep op

Gebruiksaanwijzing

NL

Advertising