ROTEL RSX-1056 Manuel d'utilisation

Page 78

Advertising
background image

78

RSX-1056 Ampli-tuner Surround

Wenst u pure analoge directe onvervalste
meerkanalenweergave, zet dus dan de “LFE
REDIRECT” optie uit (“OFF”). Zet deze optie
aan wanneer u de subwoofer wilt aansturen
met een opgeteld mono subwoofersignaal.

Dolby Pro-Logic II (x)

DOLBY PRO LOGIC II(X)

MODE:Music

OPTIONAL PARAMETERS

PANORAMA:Off

DIMENSION:3

CENTER WIDTH:0

INPUT SETUP MENU

Wanneer u Dolby Pro-Logic II (x) voor een
bepaalde ingang in het “INPUT SETUP” menu
heeft gekozen, bieden er zich in het submenu
nog een paar mogelijkheden aan om de
weergavekwaliteit gedurende film en/of
muziekweergave te optimaliseren. Dolby Pro-
Logic II kan namelijk gebruik maken van
mathematische rekentrucs, die een midden-
kanaal en achterkanalen kunnen berekenen uit
twee kanalen (gewoon stereo dus) bronmateriaal.

Op de eerste lijn in dat submenu kunt u kiezen
uit twee manieren van “matrix” vertaling:
“CINEMA” en “MUSIC”. Gebruik de “+/–”
toetsen van de afstandsbediening om de
gewenste weergavewijze te selecteren.

Kies voor “CINEMA” om de soundtracks van
Dolby Surround films te verbeteren. Dit betreft
ook de scheiding tussen de kanalen en het totale
frequentiebereik.

Kies voor “MUSIC” om de weergavekwaliteit
van muzikaal programmamateriaal te
optimaliseren. In het submenu “MUSIC”
worden u nog drie opties (op de beeldscherm-
informatie) geboden. Gebruik de “UP/DWN”
toetsen om een bepaalde optie te kiezen en
gebruik de “+/–” toetsen om een bepaalde
parameter te kunnen kiezen.

• “PANORAMA”: Deze instelling verbreedt

het stereobeeld door de achterluidsprekers
bij de weergave te betrekken om zo een
heel suggestief geluidsbeeld te creëren. De
mogelijkheden zijn “ON” en “OFF” (aan/
uit dus).

• “DIMENSION”: Met deze optie kunt u

het gehele geluidsbeeld wat verder weg
of dichterbij zetten. In stapjes van 0 t/m
6, kunt u met zeven instellingen de plaatsing
van het geluidsbeeld bepalen. Bij de

instelling 0 wordt het geluidsbeeld naar
achteren geschoven voor een optimaal
surroundeffect en bij 6 wordt het
geluidsbeeld zo dichtbij mogelijk gezet voor
een minimaal surroundeffect. Instelling 3
is de neutrale stand tussen deze twee
extremen.

• “CENTER WIDTH”: Met de Center Width

optie bent u in staat een breder geluidsbeeld
te creëren door het signaal, bestemd voor
de middenkanaalluidspreker, meer naar
de linker en rechter voorluidsprekers te
delegeren. In acht stappen van 0 t/m 7
kunt u dit effect naar uw hand zetten. Bij
de instelling “0” is alles zo als het is en
krijgt de middenkanaalluidspreker het
signaal waar hij recht op heeft.

Naarmate u naar een hogere instelling gaat,
gaat er steeds meer middenkanaalsignaal naar
links- en rechtsvoor, om bij instelling “7” de
centerluidspreker volkomen het zwijgen op te
leggen en al het signaal voor deze luidspreker
naar de twee voorluidsprekers te sturen, voor
een zo breed mogelijk geluidsbeeld.

Wanneer u al uw instellingen gemaakt heeft
gaat u naar de “INPUT SETUP MENU” lijn en
druk vervolgens op “ENTER” of druk alleen
op de toets “ENT”.

DTS Neo:6

DTS Neo:6

MODE:Cinema

INPUT SETUP MENU

Wanneer u DTS Neo:6 voor een bepaalde
ingang in het “INPUT SETUP” menu heeft
gekozen, bieden er zich in het submenu nog
een paar mogelijkheden aan om de
weergavekwaliteit gedurende film en/of
muziekweergave te optimaliseren. DTS Neo:6
kan namelijk gebruik maken van
mathematische rekentrucs, die een
middenkanaal en achterkanalen kunnen
berekenen uit twee kanalen (gewoon stereo
dus) bronmateriaal.

Bij DTS Neo:6 is er slechts één keuzemogelijk-
heid: “CINEMA” of “MUSIC”. Gebruik de “+/–
” toetsen van de afstandsbediening om van
instelling te veranderen.

• Kies “CINEMA” om de weergavekwaliteit

(tijdens DTS Neo:6 weergavewijze) van
(oude) soundtracks te verbeteren.

• Kies “MUSIC” om de weergavekwaliteit

(tijdens DTS Neo:6 weergavewijze) van
muzikaal programmamateriaal te
verbeteren.

Wanneer u al uw instellingen gemaakt heeft
gaat u naar de “INPUT SETUP MENU” lijn en
druk vervolgens op “ENTER” of druk alleen
op de toets “ENT”.

Het configureren van de
Luidsprekers en alles daar
Omheen

Dit hoofdstuk van het configuratieproces behelst
onderwerpen aangaande de geluids-
weergave, zoals het bepalen van het aantal
luidsprekers, de controle over de lagetonen-
weergave, met daarbij alles aangaande het
instellen van de subwoofer, het inregelen van
de geluidsniveaus van de onderlinge kanalen,
alsmede de vertragingstijden en de
toonregelinstellingen.

Het begrip
luidsprekerconfiguratie

Het aantal luidsprekers in een surround-
installatie kan zeer verschillen alsmede hun
capaciteit om lagetonen al dan niet op een
correcte wijze te kunnen weergeven. Met de
RSX-1056 kunt u al deze “problemen” het
hoofd bieden. U moet echter om alles in goede
banen te leiden de RSX-1056 precies vertellen
hoe uw installatie er uitziet: hoeveel luidsprekers
aan uw systeem deelnemen, wat voor
luidsprekers dat zijn i.v.m. hun lagetonen-
weergave en hoe u deze lagetonen over hen
wenst te verdelen.

EXTRA

INFORMATIE

: Er zijn twee soorten van

lagetonenweergave in een surroundsysteem:
ten eerste de gewone lagetoneninhoud die je
normaal in alle soorten van geluidsregistraties
tegenkomt. In surround heb je die in principe
in alle (5 de) hoofdkanalen. Simpel gesteld de
“bassen” in iedere soort van muziek. Bij Dolby
Digital en DTS echter is er ook nog sprake van
een speciaal subwooferkanaal: de .1 in 5.1. In
dit kanaal stopt de (film)geluidsregiseur zijn
bommen en granaten, zijn auto- en
vliegtuigcrashes, zijn aardbevingen en

Advertising