Een overzicht van de surroundformaten – ROTEL RSX-1056 Manuel d'utilisation

Page 64

Advertising
background image

64

RSX-1056 Ampli-tuner Surround

Alle ingangen kunnen zowel voor een analoog
als een digitaal signaal geschikt gemaakt
worden, m.b.v. de beeldscherminformatie.
Wanneer een digitaal signaal aan een
bepaalde ingang werd toegewezen, control-
eert de RSX-1056 op de daadwerkelijke
aanwezigheid van een digitaal signaal aan
die ingang. Wanneer een dergelijk signaal
aanwezig is, wordt nagegaan wat voor digitaal
signaal dat is en vervolgens naar de correcte
decodering overgeschakeld. Is er echter niet
van een digitaal signaal sprake, dan wordt
voor de analoge ingangen van deze ingang
gekozen. Deze automatische aftasting is de
voorkeursconfiguratie voor ingangen waarop
een dvd-speler wordt aangesloten. Wanneer
een bepaalde ingang werd toegewezen aan
een analoge bron, zal de RSX-1056 deze
ingang niet accepteren als digitale ingang,
ook al staat er toch een digitaal signaal op
die ingang.

Van fabriekswege uit zijn alle DEVICE/INPUT
toetsen op de onderstaande wijze geconfigureerd:

CD:

analoge ingang

Tuner:

analoge ingang (ingebouwd)

Tape:

analoge ingang

Video 1: Digitaal coaxiaal 1
Video 2: Digitaal coaxiaal 2
Video 3: Digitaal coaxiaal 3
Video 4: Digitaal optisch 1
Video 5: Digitaal optisch 2

Iedere ingang moet m.b.v. de beeldscherm-
informatie voor analoog of digitaal met
automatische aftasting geconfigureerd worden.
Zie hiervoor het hoofdstuk: “Het configureren
van de ingangen.

EXTRA

INFORMATIE

: Met hetzelfde configuratie-

menu kunt u ook de acht ingangen van een
eigen naam voorzien en ze toekennen aan
een bepaalde surround weergavewijze.

De ingangstoetsen kunnen ook samen gebruikt
worden met de toets “REC” (hierna
beschreven). Het signaal van de betreffende
ingangstoets komt dan de staan op de analoge
uitgangen van “TAPE OUT” om te kunnen
worden opgenomen. Gebruikt u een
ingangstoets samen met de toets “ZONE” dan
komt het gekozen signaal terecht op de
uitgangen voor de versterker die de andere
ruimte bedient.

Het kiezen van een bron op
de voorkant van de tuner-
versterker

Een bron om naar te luisteren: Druk op
de gewenste ingangstoets of op de meer-
kanaalsingangstoets.

Een bron om van op te nemen: Druk
op de toets “REC” en druk vervolgens binnen
tien seconden op de gewenste ingangstoets.

Een bron bestemd voor de andere
ruimte (Zone 2):
Druk op de toets “ZONE”
en druk vervolgens binnen tien seconden op
de gewenste ingangstoets.

EXTRA

INFORMATIE

: Zie het hoofdstuk over

“ZONE 2” voor details over het kiezen van
een bron voor de alternatieve luisterruimte.

Het kiezen van een bron op de
afstandsbediening

Het kiezen van een luisterbron voor
de hoofdluisterruimte:
Houd langer dan
één seconde één van de “DEVICE/INPUT”
toetsen ingedrukt. Wilt u de meerkanal-
eningang inschakelen, druk dan op de toets
“EXT”.

EXTRA

INFORMATIE

: Een korte druk op “DEVICE/

INPUT” toetsen doet wat met de
afstandsbediening, maar verandert niet de
ingangskeuze.

Het kiezen van een bron om van op
te kunnen nemen:
Druk eerst op de toets
“REC” en vervolgens binnen 10 seconden wat
langer op één van de “DEVICE/INPUT” toetsen.

U kunt ook eerst op de “REC” toets drukken
en vervolgens een bron kiezen met de +/–
toetsen. Kies een willekeurige ingang (CD,
TUNER enz.). Als u voor de “SOURCE” optie
kiest dan kiest u voor opnemen van de
luisterbron van de hoofdluisterruimte. Het
signaal van iedere hoofdluisterbron wordt
automatisch gestuurd naar de opname-
uitgangen (REC OUT).

Het kiezen van een luisterbron voor
zone 2:
Druk op de “ZONE” toets en druk
vervolgens binnen 10 seconden op één van
de “DEVICE/INPUT” toetsen.

U kunt ook eerst op de “ZONE” toets (U)
drukken en vervolgens een bron kiezen met
de +/– toetsen. Kies een willekeurige ingang
(CD, TUNER enz.). Als u voor de “SOURCE”
optie kiest dan kiest u voor luisteren naar de

bron van de hoofdluisterruimte. Het signaal van
iedere hoofdluisterbron wordt automatisch
gestuurd naar de Zone 2 uitgang.

Het kiezen van een
digitale ingang

In het “Input Setup” menu kunt u aan iedere
bron een digitale ingang toewijzen. U kunt
echter deze vastgelegde instelling van de op
dat moment gebruikte bron tijdelijk veranderen
door de “D-SLT” toets van de afstandsbediening
te gebruiken. Drukken op deze toets geeft in
volgorde de volgende mogelijkheden: OPTI-
CAL 1, OPTICAL 2, COAXIAL 1, COAXIAL 2
en COAXIAL 3. De eigenlijke keuze wordt
beperkt tot die ingangen, die aangesloten zijn
op een actieve digitale uitgang. U ziet dus niet
alle hierboven genoemde mogelijkheden.

Een Overzicht van de
Surroundformaten

Om uw RSX-1056 optimaal te laten
functioneren, helpt het om te weten welke
surroundformaten er bestaan, hoe deze
werken, welk surroundformaat bij welke
opname gebruikt moet worden en hoe dan
dat formaat te selecteren. Dit hoofdstuk voorziet
u van informatie over die formaten en hun
achtergrond. Het volgende hoofdstuk vertelt
u uitgebreid hoe u met de RSX-1056 moet
omgaan bij het gebruik en al dan niet
automatisch inschakelen van die formaten.

EXTRA

INFORMATIE

: Om een compleet 5.1

surroundsysteem te kunnen aansturen heeft
de RSX-1056 vijf eindversterkers ingebouwd.
Om de 6.1 of 7.1 surroundweergavewijzen
te kunnen gebruiken zal u een extra (stereo)
eindversterker moeten aanschaffen.

Dolby Surround
Dolby Pro-Logic II

Het meest verbreide surround-sound formaat
voor thuisgebruik is Dolby Surround. Het wordt
gebruikt bij vrijwel alle commerciële films op
VHS cassettes, vrijwel alle films die op tv worden
uitgezonden en op de meeste dvd-schijfjes.
Dolby Surround is de thuisversie van het
oorspronkelijk voor bioscoop bedoelde
analoge Dolby Stereo systeem geïntroduceerd
in 1972. Het is een z.g. matrix-gecodeerd
systeem, waarin de drie voorkanalen en een
mono surround kanaal worden ondergebracht

Advertising