ROTEL RSX-1056 Manuel d'utilisation

Page 62

Advertising
background image

62

RSX-1056 Ampli-tuner Surround

De knop “VOLUME”
De wiptoets “VOLUME”

De grote knop op het midden en de wiptoets
(I) op de afstandsbediening zijn de
hoofdvolumeregelaars, welke het niveau van
alle kanalen tegelijkertijd bepalen.

De toets “MUTE”

Als u op één van deze toetsen drukt valt de
RSX-1056 volkomen stil. Deze functie wordt
dan getoond op het infoscherm en op uw
beeldbuis. Drukt u nogmaals op deze toets dan
laat de RSX-1056 weer van zich horen.

EXTRA

INFORMATIE

: Ook het gebruik van de

hoofdvolumeregelaars schakelt de stiltefunctie
uit.

De keuzetoetsen
“DEVICE/INPUT”

De bovenste rij toetsen op de voorkant plus
“MULTI INPUT” en de tien toetsen bovenin de
afstandsbediening plus “EXT.”, hebben twee
functies:

Bij een korte druk: Een korte druk op een
toets zorgt ervoor dat de afstandsbediening
dat betreffende apparaat kan bedienen, maar
verandert echter niets aan de ingangsstatus
van de RSX-1056.

Bij een lange druk: Bij een wat langere
druk verandert de ingangskeuze van de
RSX-1056 naar de gemaakte keuze. (Alleen
voor de hoofdluisterruimte.)

EXTRA

INFORMATIE

: Lang drukken op de toets

“EXT” stelt de 7.1. analoge meerkanaals-
ingang in werking. Het gebruik van de toets
“AUD” verandert alleen maar de functie van
de afstandsbediening, aan deze toets is geen
ingang verbonden.

De toets D-SLT

Druk op deze toets als u de digitale ingang,
gekoppeld aan de huidige bronkeuze, wilt
veranderen.

De opnametoets “REC”

Druk op één van deze toetsen alvorens u
langdurig heeft gedrukt op een toets van een
component waarvan u wenst op te nemen.
Het signaal van dit component verschijnt nu
aan de “TAPE OUT” aansluitingen van de
RSX-1056 om te kunnen worden opgenomen.

De toets “ZONE”

Druk op één van deze toetsen alvorens u
langdurig heeft gedrukt op een toets van een
component waarnaar u wenst te luisteren in
de tweede ruimte (Zone 2).

De op- en neertoetsen
“UP/DWN”

Dit stel toetsen gebruikt u wanneer u het pijltje
van de beeldscherminformatie op en neer wilt
laten gaan. Deze toetsen worden ook gebruikt
bij het instellen van de (CONTOUR/TONE)
toonregeling.

De toetsen “+/–”

Dit stel toetsen wordt gebruikt om de
instellingen, zichtbaar in de beeldscherm-
informatie, te veranderen. Wordt ook gebruikt
om sommige surround-instellingen te kunnen
veranderen.

De luidspreker keuzetoetsen

Met deze drie toetsen kunt u een luidspreker
of luidsprekergroep kiezen waarvan u het
niveau tijdelijk wenst te veranderen. Ook wordt
deze toets samen gebruikt met de toetsen UP/
DWN om tijdelijk de vertragingstijd of de
lipsynchroniteit te veranderen.

De equalizertoets “EQ”

Met deze toets kunt u de bioscoop-
equalizerfunctie aan/uitzetten. Deze functie
wordt gebruikt om de weergave van oude
bioscoopfilms geschikt te maken voor de
huiskamer.

De toonregeltoets “TONE”

Met deze toets kunt u de toonregelfunctie
activeren. U kunt schakelen tussen hogetonen
(HF) en lagetonen (LF). Nadat u een keuze heeft
gemaakt kunt u met de op- en neertoetsen uw
instellingen maken.

EXTRA

INFORMATIE

: Permanente toonregel-

instellingen worden in het Contour Setup
menu gemaakt.

De wijze van weergavetoetsen

Met deze vijf toetsen (genaamd 2CH, PLC,
PLM, 5CH, 7CH) en de vier toetsen op de
voorkant, (2CH, DOLBY PLII/3ST, DTS/NEO:
6 en DSP) kunt u bepaalde wijzen van

surroundweergave bewerkstelligen. Wat er
auditief precies gebeurt is afhankelijk van het
soort opnamemateriaal dat u gebruikt. Zie
hiervoor het hoofdstuk “De handmatig te kiezen
Surroundinstellingen”.

De toets “SUR+”

Deze toets wordt samen gebruikt met de +/–
toetsen om handmatig surroundweergave-
wijzen en bepaalde mogelijkheden te kunnen
kiezen. Zie ook hiervoor het hoofdstuk “De
handmatig te kiezen Surroundinstellingen”.

De dynamiek insteltoets
“DYN”

Met deze toets kunt u de dynamiek in de hand
houden bij Dolby Digital weergave.

De “MENU/OSD” toets

Met deze toets kunt u de beeldscherminformatie
aanzetten. Als het scherm al actief is kunt u
het met deze toets uitzetten. Wilt u het
infoscherm van de RSX-1056 uitzetten, dan
moet u deze toets wat langer ingedrukt houden.

De bevestigingstoets
“ENTER”

Met deze toets bevestigt u en zet u in het
geheugen vast, de diverse instellingen die u
in de setup en bij het bedienen maakt. Deze
toets wordt in de relevante rubrieken besproken.

De golflengtetoetsen
“BAND”

Gebruik deze toetsen om tussen middengolf
(AM) en FM ontvangst te kiezen

De afstemtoetsen
“TUNING”

Met de toetsen “TUNING” en “CH UP/DWN”
op de afstandsbediening kunt u, afhankelijk
van de ingestelde modus, op drie manieren
afstemmen: gewoon op frequentie, op
voorkeuze (“PRESET”) of op programmasoort
(“RDS”).

De geheugentoets
“MEMORY”

De toets “MEMORY” ( in samenwerking met
de numerieke toetsen) wordt gebruikt om uw
voorkeuzestations in het geheugen te zetten.

Advertising