ROTEL RSX-1067 Manuel d'utilisation

Page 59

Advertising
background image

59

Nederlands

De keuzetoetsen “DEVICE/
INPUT”

De bovenste rij toetsen op de voorkant plus “MULTI
INPUT” en de tien toetsen bovenin de
afstandsbediening plus “EXT.”, hebben twee
functies:

Bij een korte druk: Een korte druk op een
toets zorgt ervoor dat de afstandsbediening dat
betreffende apparaat kan bedienen, maar
verandert echter niets aan de ingangsstatus van
de RSX-1067.

Bij een lange druk: Bij een wat langere druk
verandert de ingangskeuze van de RSX-1067
naar de gemaakte keuze. (Alleen voor de
hoofdluisterruimte.)

EXTRA

INFORMATIE

: Lang drukken op de toets

“EXT” stelt de 7.1. analoge meerkanaalsingang
in werking. Het gebruik van de toets “AUD”
verandert alleen maar de functie van de
afstandsbediening, aan deze toets is geen
ingang verbonden.

De toets D-SLT

Druk op deze toets als u de digitale ingang,
gekoppeld aan de huidige bronkeuze, wilt
veranderen.

De opnametoets “REC”

Druk op één van deze toetsen alvorens u
langdurig heeft gedrukt op een toets van een
component waarvan u wenst op te nemen. Het
signaal van dit component verschijnt nu aan de
“TAPE OUT” aansluitingen van de RSX-1067 om
te kunnen worden opgenomen.

De toets “ZONE”

Druk op één van deze toetsen alvorens u
langdurig heeft gedrukt op een toets van een
component waarnaar u wenst te luisteren in de
tweede ruimte (Zone 2).

De op- en neertoetsen
“UP/DWN”

Dit stel toetsen gebruikt u wanneer u het pijltje
van de beeldscherminformatie op en neer wilt
laten gaan. Deze toetsen worden ook gebruikt
bij het instellen van de (CONTOUR/TONE)
toonregeling.

De toetsen “+/–”

Dit stel toetsen wordt gebruikt om de instellingen,
zichtbaar in de beeldscherminformatie, te
veranderen. Wordt ook gebruikt om sommige
surround-instellingen te kunnen veranderen.

De luidspreker keuzetoetsen

Met deze drie toetsen kunt u een luidspreker of
luidsprekergroep kiezen waarvan u het niveau
tijdelijk wenst te veranderen. Ook wordt deze
toets samen gebruikt met de toetsen UP/DWN
(M) om tijdelijk de vertragingstijd of de
lipsynchroniteit te veranderen.

De equalizertoets “EQ”

Met deze toets kunt u de bioscoop-equalizer-
functie aan/uitzetten. Deze functie wordt
gebruikt om de weergave van oude bioscoopfilms
geschikt te maken voor de huiskamer.

De knoppen “LH/HF”

Deze twee draaiknoppen op de voorkant zijn
om tijdelijke toonregelinstellingen te maken: het
versterken of verzwakken van de hogetonen (HF)
of de lagetonen (LF) voor een bepaalde of
meerdere luidsprekers in het “Contour Setup
menu”.

EXTRA

INFORMATIE

: Permanente toonregel-

instellingen worden in het Contour Setup menu
gemaakt.

De toonregeltoets “TONE”

Met deze toets kunt u de toonregelfunctie
activeren. U kunt schakelen tussen hogetonen
(HF) en lagetonen (LF). Nadat u een keuze heeft
gemaakt kunt u met de op- en neertoetsen (M)
uw instellingen maken.

EXTRA

INFORMATIE

: Permanente toonregel-

instellingen worden in het Contour Setup menu
gemaakt.

De wijze van weergavetoetsen

Met deze vijf toetsen (genaamd 2CH, PLC, PLM,
5CH, 7CH) en de vier toetsen op de voorkant,
(2CH, DOLBY PLII/3ST, DTS/NEO: 6 en DSP) kunt
u bepaalde wijzen van surroundweergave

bewerkstelligen. Wat er auditief precies gebeurt
is afhankelijk van het soort opnamemateriaal dat
u gebruikt. Zie hiervoor het hoofdstuk “De
handmatig te kiezen Surroundinstellingen”.

De toets “SUR+”

Deze toets wordt samen gebruikt met de +/–
toetsen om handmatig surroundweergavewijzen
en bepaalde mogelijkheden te kunnen kiezen.
Zie ook hiervoor het hoofdstuk “De handmatig
te kiezen Surroundinstellingen”.

De dynamiek insteltoets
“DYN”

Met deze toets kunt u de dynamiek in de hand
houden bij Dolby Digital weergave.

De “MENU/OSD” toets

Met deze toets kunt u de beeldscherminformatie
aanzetten. Als het scherm al actief is kunt u het
met deze toets uitzetten. Wilt u het infoscherm
van de RSX-1067 uitzetten, dan moet u deze
toets wat langer ingedrukt houden.

De bevestigingstoets “ENTER”

Met deze toets bevestigt u en zet u in het
geheugen vast, de diverse instellingen die u in
de setup en bij het bedienen maakt. Deze toets
wordt in de relevante rubrieken besproken.

De golflengtetoetsen “BAND”

Gebruik deze toetsen om tussen middengolf (AM)
en FM ontvangst te kiezen

De afstemtoetsen “TUNING”

Met de toetsen “TUNING” en “CH UP/DWN”
op de afstandsbediening kunt u, afhankelijk van
de ingestelde modus, op drie manieren
afstemmen: gewoon op frequentie, op voorkeuze
(“PRESET”) en op programmasoort (“RDS”).

De geheugentoets “MEMORY”

De toets “MEMORY” ( in samenwerking met de
numerieke toetsen) wordt gebruikt om uw
voorkeuzestations in het geheugen te zetten.

Advertising