Voorstelling, Het toestel inschakelen, Installatie van de thermostaat – Radson Minuterie Manuel d'utilisation

Page 7: De temperatuur regelen

Advertising
background image

7

NL

installatie en gebruikershandleiding
Infrarood ruimtethermostaat CONTROL BOX

voorstelling

Deze infrarode gestuurde omgevings-

thermostaat werd speciaal ontworpen

om u comfort te bieden en energie te

besparen. Hij dient om uw toestel op

afstand te bedienen.

Met deze thermostaat kunt u de omge-

vingstemperatuur regelen in functie van

de gewenste temperatuur [regeltempe-

ratuur]. Met de BOOST-functie kunt u uw

ruimte snel opwarmen en/of uw hand-

doeken op korte tijd drogen.

Infraroodontvanger

1

2
3

Infrarood-ruimtethermostaat

1. Indicatorlampje voor de werking van het toestel.

2. Aan/waakstand-knop van het toestel.

3. Ontvangstsensor infrarood.

4. Zender infrarood.

5. Indicatorlampje voor de werking van de ther-

mostaat.

6. OK/Boost-knop: Knop voor het handmatig op-

starten van Boost-cycli en opslaan van dagelijkse

Boost P1 en P2.

7. Draaiknop voor temperatuurregeling voor het

instellen van de gewenste temperatuur.

8. Cursor 3 posities:

• modus comfort: regeling in functie van de

omgevingstemperatuur.

• P1: regeling in modus comfort + herhaling van

de eerste ingestelde cyclus Boost 2u.

• P1+P2: regeling in modus comfort + dagelijkse

herhaling van de twee in te stellen Boost-cycli

van 2u.

hET TOESTEL iNSChaKELEN

Nadat u uw toestel op de elektrische installatie hebt
aangesloten:
• Drukt u op de knop die zich op de ontvangst-

sensor onderaan op het toestel bevindt om het
toestel in te schakelen.

Het indicatorlampje [1] licht op.
• Statussen van het indicatorlampje [1]:
- Uit: handmatige waakstand [knop

of

uitschakelen via stuurdraad.

- Continu groen: toestel is in werking.
- Continu rood: toestel warmt op.
- Rood knipperen: toestel in Boost-modus
[geforceerde gang]
- Groen/rood knipperen: defect aan sonde [buiten

werking] of oververhitting [de gemeten omge-
vingstemperatuur > 35°C].

De IR-ontvangstsensor is uitgerust met een auto-

noom regelmechanisme dat de statusgegevens [aan/

waakstand] en de ingestelde temperatuur opslaat in

het geheugen.

Dankzij de opslag van de laatst ingestelde tempera-

tuur kan bijregelen ook gebeuren wanneer de ver-

zender is uitgeschakeld [bv. als gevolg van een lege
batterij].

BELaNGRiJK: als uw ontvanger is uitgeschakeld, ont-
vangt uw toestel geen commando’s van de infrarood
gestuurde thermostaat. uw installatie kan bevriezen
aangezien het toestel niet kan regelen.

iNSTaLLaTiE vaN dE ThERMOSTaaT

Trek de beschermingslipjes van de batterijen.
• Installeer de omgevingsthermostaat in hetzelfde

vertrek als het toestel.

De thermostaat moet op ongeveer 1,5 meter boven

de vloer op een binnenwand aangebracht worden,
beschut tegen waterstralen, direct zonlicht, tocht
en rechtstreekse warmtebronnen zoals een lamp,
televisietoestel, verwarmingsbuizen …

Opmerking: voor een perfecte infraroodtransmissie:
• Bedek de fotocellen en ontvangstsensoren niet

[badlakens of handdoeken voor de cel].

• Vermijd verlichting met elektronische ballast in

hetzelfde vertrek.

dE TEMPERaTuuR REGELEN

Om de omgevingstemperatuur te regelen in functie
van de gewenste temperatuur [temperatuurregeling]:

4

5

7

8

6

Advertising