Nederlands – Mountfield 4155H Manuel d'utilisation

Page 40

Advertising
background image

40

NEDERLANDS

NL

4.4.5 Gas- en chokehendel (12:D)
Hendel om de snelheid te regelen en om te choken

bij een koude start.

Als de motor onregelmatig loopt, be-

staat er een kans dat de hendel te ver

naar voren staat zodat de choke geac-

tiveerd wordt. Dit beschadigt de motor,

verhoogt het brandstofgebruik en is

schadelijk voor het milieu.
1. Choke - voor het starten van een koude

motor. De choke staat in de bovenste stand

in de groef.
Gebruik deze functie niet als de motor

warm is.
2. Vol gas - bij gebruik van de machine al-

tijd vol gas geven.
Om de gashendel op vol gas te zetten, zet

u de hendel ongeveer 2 cm achter de

chokestand.
3. Stationairloop.

4.4.6 Contactslot (12:E)

Laat de sleutel niet in stand 2 of 3 op de

machine zitten. Er is dan brandgevaar

omdat brandstof in de motor kan lopen

via de carburateur en de accu kan

ontladen en worden beschadigd.

Contactslot dat gebruikt wordt om de motor te

starten en uit te schakelen. Vier standen:

1. Stopstand - de motor is kortgesloten. De

sleutel kan verwijderd worden.

2/3. Rijstand.

4. Startstand - de elektrische startmotor

wordt geactiveerd op het moment dat de

sleutel in de veerbelaste startstand wordt

gedraaid. Laat de sleutel teruggaan naar

rijstand 2/3 wanneer de motor gestart is.

4.4.7 Krachtafnemer (13:G)

De krachtafnemer mag nooit

ingeschakeld zijn wanneer het aan de

voorzijde gemonteerde gereedschap in

de transportstand staat. Dit beschadigt

de riemtransmissie.

Hendel voor in- en uitschakelen van de

krachtafnemer voor aandrijving van aan de

voorzijde gemonteerde accessoires. Twee standen:

1. Voorste stand - krachtafnemer

uitgeschakeld.
2. Achterste stand - krachtafnemer inge-

schakeld.

4.4.8 Ontkoppelingshefboom
Hendel om de traploze transmissie uit te schake-

len.
HST is voorzien van een hendel die op de achteras

is aangesloten. Zie (16:N).
4WD is voorzien van twee hendels die op de achte-

ras (17:O) en vooras (17:P) zijn aangesloten.

De ontkoppelingshendel mag nooit tus-

sen de binnenste en buitenste stand

staan. Dit leidt tot oververhitting en be-

schadiging van de transmissie.

Hiermee kunt u de machine handmatig verplaatsen

zonder de motor te gebruiken. Twee standen:

1. Hendel ingedrukt - transmis-

sie ingeschakeld voor normaal

gebruik.
2. Hendel in de buitenste stand –

transmissie uitgeschakeld. De

machine kan handmatig worden

verplaatst.

De machine mag niet over lange afstanden of met

hoge snelheid worden gesleept. Hierdoor kan de

versnellingsbak worden beschadigd.

De machine mag niet worden bediend

als de voorste hendel in de buitenste

stand staat, anders wordt de machine

beschadigd en bestaat de kans op le-

kkage in de vooras.

4.4.9 Zitting (14:I)

De zitting kan worden opgeklapt en naar

voor of achter worden verschoven. De zit-

ting wordt met de greep (14:K) vergren-

deld in de opgeklapte positie en naar voor

of achter verschoven met de knoppen (14:J).
De zitting is voorzien van een beveiligingsschake-

laar die is aangesloten op het beveiligingssysteem

van de machine. Dit houdt in dat bepaalde gevaar-

lijke functies niet werken als er niemand op de zit-

ting zit.
4.4.10 Motorkap (15:L)

De machine heeft een motorkap die geo-

pend kan worden, zodat de benzinekraan,

accu en motor makkelijk bereikbaar zijn.

De motorkap is vergrendeld met een rub-

beren band.

De motorkap gaat als volgt open:
1. Maak aan de voorzijde van de kap de rubberen

band (15:M) los.

2. Til de motorkap omhoog.
Bevestig alles weer in omgekeerde volgorde.

De machine alleen gebruiken met geslo-

ten kap, anders bestaat er een kans op

brandwonden en kunt u bekneld raken.

Advertising
Ce manuel est liée aux produits suivants: