Opmerking, Roizoomsteek naaien, Smalle overlocksteek naaien – Brother 1034D Manuel d'utilisation

Page 26

Attention! Le texte de ce document a été détectée automatiquement. Pour consulter le document original, vous pouvez utiliser le mode "Original".

Advertising
background image

(6) Verwijder de steekpositievinger door op de

desbetreffende ontgrendelknop te drukken.

© Aan de binnenkant van de voorklep is een

spéciale ruimte waar u de positievinger kunt
opbergen (zie afbeelding).

OPMERKING:
Zorg altijd, dat de steekpositievinger weer wordt
geplaatst als u doorgaat met bet naaien van normale
overlocksteken.

©Bovenste grijper
©Steekpositievinger
©Ontgrendelknop voor steekpositievinger
©Voorklep
C5)Houder voor de steekpositievinger
©Steekpositievinger

(5) Voor de roizoomsteek dient de steekbreedte te

worden ingesteld.
Zet de steekbreedteknop (aan de linkerzijde van

het apparaat, naar de voorkant toe) omhoog in de
"R"-positie.

® Steekbreedteknop
© Naaldplaat zonder steekpositievinger.

(Ä) Modellen met twee naalden
d) Modellen met een naald

© Appuyersurle levier de fixation du doigt mailleur

pour le retirer.

© Un emplacement est prévu à l’intérieur du

capot avant pour ranger le doigt mailleur
comme illustré.

REMARQUE:
Ne pas oublier de réinstaller le doigt mailleur pour

coudre des points de surjets normaux.

© Boudeur supérieur
@ Doigt mailleur
@ Levier de fixation du doigt mailleur

® Capot avant
®Axe de support du doigt mailleur

© Doigt mailleur

(5) Régler la largeur de point pour un ourlet roulé.

Relever le levier de largeur de point (situé vers
l'avant sur le côté gauche de la machine) et le
mettre sur la position "R".

© Levier de largeur de point
© Plaque à aiguilles sans doigt mailleur

® Modèles à deux aiguilles
(

b

) Modèles à une aiguille

®

43

(6)Stel de steekiengte in.

Stel de steekiengteknop in op “R”, zoals getoond
in de afbeelding. Deze instelling is geschikt voor
zowel de smalle overlook als de roizoomsteek.

(6) Régler la longueur de point.

Mettre le bouton de longueur de point sur "R”
comme le montre l’illustration. Ce réglage con­
vient tant pour le point de surjet étroit que pour le

point à bord retourné.

r

s

V_.

Roizoomsteek naaien
Met deze steek wordt de rand van de stof als het
wäre in de steek gerold. De spanning van de ander­
ste grijper moet strakker gezet worden. Hierdoor
wordt aan de bovenste grijperdraad getrokken zodat
de rand van de stof om het overige gedeelte van de
steekpositievinger wordt gerold. Volg de boven-
staande stappen (1) t/m (6), en stel de draadspanning
dan in volgens de volgende, aanbevolen instellin-
gen;

Bovenste grijperdraad op 1 -4
Onderste grijperdraad op 5-7
Rechter naalddraad op 4
De spanning is enigszins afhankelijk van het ge-
bruikte materiaal en garen.

Smalle overlocksteek naaien
Deze decoratieve steek wordt gebruikt voor het
afwerken van de randen van de stof. Volg de boven-
staande stappen (1 ) t/m (6), en stel de draadspanning
dan in voor een normale, driedraadse overlocksteek.
Aanbevolen instellingen voor de draadspanning:

Alle draadspanning moet ingesteld worden op 4.
De spanning is enigszins afhankelijk van het ge-
bruikte materiaal en garen.

Pour effectuer le point à bord retourné
Cette fonction enroule le bord du tissu à l’intérieur du

point d’ourlet. La tension du boudeur inférieur doit
être augmentée afin de tirer le fil du boudeur supé­
rieur et de replier le bord du tissu autour du doigt

mailleur restant. Après avoir réalisé les opérations
(1) à (6) ci-dessus, nous recommandons de régler
la machine sur les tensions de fils suivantes :

Tension du fil du boudeur supérieur sur 1-4
Tension du fil du boudeur inférieur sur 5-7
Tension du fil de l’aiguille droite sur 4

La tension peut varier légèrement en fonction du
tissu et du fil utilisés.

Pour réaliser un point de surjet étroit
Il s’agit d’un point fantaisie utilisé pour la finition des

bords des tissus. Après avoir effectué les opérations
(1)à(6) indiquées ci-dessus, régler la tension des fils
comme pour un point de surjet ordinaire, à trois fils.
Les réglages de tension recommandés sont :

Tous les fils doivent avoir une tension de 4

La tension peut varier légèrement en fonction du
tissu et du fil utilisés.

44

Advertising
Ce manuel est liée aux produits suivants: